Doei Argentinië, hoi Bolivia!

3 april 2016 - Sucre, Bolivia

Ondertussen ben ik alweer in Bolivia en leek het me een goed plan om jullie op de hoogte te stellen van mijn leven. Ik zou proberen om het verhaal niet al te lang te maken, maar ik kan nu al zeggen dat dat volkomen gaat mislukken, dus bij voorbaat mijn excuses.

Salta, hoofdstad van de gelijknamige provincie, in het noorden van het Argentinië bleek een aangename verrassing en de start van een geweldige week. Na aankomst voelde en zag ik al gelijk dat deze stad duidelijk anders is dan de andere die ik tot nu toe bezocht heb. Ten eerste, de mensen. In BA, Mendoza en Córdoba is de bevolking een bonte mix van blond, bruin, blank en zwart. In Salta kun je zien dat veel inwoners een Indiaanse afkomst hebben. Dan, de stad zelf; voor het eerst tijdens mijn trip had ik écht het gevoel aan de andere kant van de wereld te zitten. De gebouwen, de wegen en de idyllische ligging tussen de bergen. Onwijs leuk en grappig was dat ik in Salta zóveel mensen tegen het lijf liep die ik eerder tijdens mijn reis ontmoet heb. Twee klasgenootjes van mijn school in Buenos Aires, een Duits meisje dat ik in Iguazu ontmoette, een Belgische jongen (óók uit Iguazu), een Nederlander en Brit uit Cordóba en een ander Duits meisje waarmee ik in Uruguay gereisd heb. Drie dagen verbleef ik in Salta en trok ik op met al mijn oude reisgenootjes.

Met de Brit Richard, Nederlander Martijn en het Duitse meisje Julika huurden we een auto om in 5 dagen de rest van de provincie te verkennen (en de provincies Tucuman en Jujuy). Dit was echt een van de coolste dingen die ik ooit heb gedaan. In onze donkergrijze Renault, die we liefkozend José doopten, scheurden we over de wegen in de meest mooie, bijzondere en indrukwekkende landschappen. Ondertussen stopten we in kleine dorpjes voor een lunch of slaapplek en zo zagen we belachelijk veel in korte tijd. Wat volgt is een vrij gedetailleerde beschrijving van deze 5 dagen (vooral om voor mezelf even op een rijtje te zetten wat we ook alweer precies gedaan hebben), dus als je daar geen zin in hebt kun je de komende 5 paragrafen overslaan.

Op dag 1 reed ik Salta uit richting het zuiden wat ik best spannend vond (want, grote stad) maar José was echt een heel fijn autootje en het ging allemaal hartstikke goed. We vervolgden onze weg door de bergen, rivierbedden, kleine smalle bruggetjes en kwamen onderweg niet alleen chillende koeien tegen midden op de weg, maar ook paarden, geiten, schapen, lama's en wat gekke honden die ons achternazaten. Op de eerste dag werd het weer echter steeds slechter, met regen en vooral hele erge mist. Gelukkig daalden we op een gegeven moment af en reden we het Parque Nacional Los Cardones in, waar de zon doorbrak en we vol verwondering van het landschap genoten. We hadden er toen nog geen flauw idee van dat dit landschap slechts een voorproefje zou zijn op wat nog komen kwam. We lunchden in Cachi en overnachtten in Molinos: een klein dorpje waar slechts 1 hospedaje was en waar we het hele dorp afzochten naar de eigenaresse voordat we een plaatsje konden bemachtigen.
De tweede dag reden we nog zuidelijker naar onze tweede bestemming: Cafayate. Een iets grotere stad maar nog steeds klein vergeleken met bijvoorbeeld Salta. De route was wederom geweldig met belachelijk mooie natuur. Ik voelde me gedurende deze hele trip stiekem best wel stoer als ik over alle mogelijk bestaande wegen reed tussen de meest mooie landschappen. Het fijne aan het zelf huren van een auto is de vrijheid om te stoppen, eten of juist doorrijden wanneer je zelf wilt en daar maakten we dan ook volop gebruik van; een korte plaspauze kon zo uitlopen in het beklimmen van een gigantische rockformatie. Na een goede lunch in het dorp San Carlos reden we Cafayate in. Zoals jullie eerder lazen bezocht ik al heel wat wijngaarden in de provincie Mendoza maar oh, Cafayate kan er ook wat van. De wijn is hier zo speciaal omdat ze op zo'n grote hoogte geproduceerd wordt. Het was allemaal zo mooi (sorry als het al eentonig begint te worden): denk groene wijngaarden omgeven door hoge bergpieken en strakblauwe lucht. In Cafayate installeerden we ons dus zo snel mogelijk in ons hostel en begaven ons als de wiedeweerga naar de eerste de beste bodega (te voet natuurlijk, no worries).
Dan, dag 3. Wederom zo, zo, zo mooi. We reden helemaal terug naar Salta, via de beroemde Quebrada de Cafayate: een wild landschap met rotsformaties in de meest mooie kleuren en vormen. Onderweg bezochten we de ruïnes van Quilmes in de provincie Tucuman. Foto's zeggen meer dan 1000 woorden... De taak om de stad in te rijden was wederom aan mij en dit vrij stressvolle aspect werd gelukkig meer dan goed gemaakt toen we stopten in een echte geitenkaas boerderij. Nu kun je me met weinig gelukkiger maken dan met geitenkaas, dus ik was als een kind zo blij om de keuze te hebben uit tientallen goddelijke gerechten.
Vanuit Salta vertrokken we de volgende dag naar het noorden, naar het stadje Tilcara. Dit vond ik het lastigste stuk om te rijden, omdat we door kronkelende haarspeldbochten door de bergen reden zonder enige plek op de weg voor tegenliggers. Maar zoals jullie al konden raden heb ik ook dit overleefd en eenmaal in Tacaras verkenden we het schattige centrum, de marktkraampjes en het lekkere eten. En toen was daar alweer de laatste dag van onze midweek op de weg: Purmamarca, bekend om de beroemde 7 kleuren berg, stond op het programma. Het was zeker mooi, maar ook erg toeristisch en ik verkies het minder drukbezochte zuiden dan ook zeker boven de noordelijker gelegen dorpjes.

De vijfde dag was niet alleen de laatste van onze roadtrip, maar ook van mijn tijd in Argentinië. Na José veilig en wel terug naar Salta gebracht te hebben, was het plan bustickets te kopen naar La Quiaca, vanwaar we de grens met Bolivia over zouden kunnen steken. Met de nadruk op plan. Aangezien het Semana Santa was (de Heilige Week voorafgaand aan het paasweekend), leek het wel of alle inwoners hun gehele inboedel bij mekaar raapten om familie te bezoeken in Bolivia. De bus naar La Quiaca was hartstikke vol. Dus namen we de bus naar het noordelijker gelegen Jujuy, om vanaf daar in La Quiaca te geraken. Tot zover niks aan het handje. In Jujuy kochten we onze buskaartjes en moesten we 4 uur wachten tot onze nachtbus zou vertrekken. Eenmaal in deze bus begon de hel. Keurig hadden we 180 hele pesos neergelegd voor de 6 uur durende busreis, in volle overtuiging dat we een stoel zouden hebben, maar niks bleek minder waar. Alle stoelen waren bezet door stinkende en kuchende Bolivianen en er zat dan ook niks anders op om op de grond te zitten terwijl we de gehele nacht doorreden. Eenmaal aangekomen in La Quiaca moesten we wachten tot de grens open zou gaan en dus zaten we twee uur lang in de vrieskou tussen hele families, honden, krijsende kinderen en vooral heel veel chaos. Na het ontvangen van mijn stempel liepen we een brug over en waren we er ein-de-lijk. Soort van. In de Lonely Planet wordt het al lichtjes aangekaart: in het rijtje 'wat niet te vergeten' staat, naast zonnebrand en een paspoortkopie, vooral ook een heel groot gevoel voor humor. 'Je geduld en dapperheid zal op de proef gesteld worden in bussen en rijen.' Kan het niet beter verwoorden. Gillende mensen, getrek, geduw en vooral heel veel chaos was niet echt de fijnste kennismaking met het land na 0.0 uur slaap, maar als er één ding is wat ik geleerd heb tijdens de afgelopen twee maanden is het wel dat alles uiteindelijk goed komt. Achteraf gezien valt het allemaal best mee en is het vooral een goed verhaal. In Tupiza checkte we in in zo'n beetje het eerste beste hostel dat we vinden konden en binnen 3 minuten lag ik knock-out in bed. Dat hostel bleek achteraf een goede keus, de stad geweldig en de sfeer zoveel fijner dan in het drukke Villazon. Na een dutje verkenden we de stad - wat vooral heel veel straatvoedsel betekende - en toen ik vol geluk tussen de kleurrijke vrouwen en lekkere geuren paradeerde was ik al die ellende van een paar uur eerder eigenlijk wel alweer vergeten.

Dit verhaal is nu al zo belachelijk lang, dus deel twee volgt snel! Ik kan verklappen dat er nog veel meer natuurschoon aankomt, op grote hoogtes maar ook diep onder de grond :) Un beso

Foto’s

3 Reacties

  1. Pieter:
    4 april 2016
    Hoi Madelief,
    Weer een heel aansprekend reisverslag. Jouw verhaal over je busreis, riep herinneringen op aan onze busreis in Bolivia van Uyuni (zoutvlakte) naar La Paz. Ook 's nachts en het vroor 10 graden en de bus had geen verwarming. Toen de bus even stopte en wij allemaal buiten stonden te springen en met onze armen stonden de slaan, zei de buschauffeur: hebben jullie het koud? Dan doe ik de verwarming wel even aan. Wij nog verontwaardigd; Heeft de bus dan toch verwarming, maar hij grijnsde en stak vervolgens de berm in de fik. Heel veel plezier in Bolivia. en prachtig land met mooie mensen. Groetjes, ook van Henriette, Piet
  2. Opa en oma van Dongen:
    6 april 2016
    Lievemadelief wathebjeweerveelmeegemaakt edurtwelveel zoals in dieauto rijden in een vreemde ING maar het is net als je zegt allesomvattende goed en dat is ook wel gebleken. Ik begrijp dat de natuur daar wel erg mooi is. En dat je ook veel bekende personen tegenkomt Dat is wel leuk nu komen er toch ook weer bekende Reisgenoten op je pad . Maar jij vermaakt je wel wij vinden het leuk iets van je te horen We broberen je te bellen met je verjaardag Bij ons hier is alles oké en je krijgt ook groeten van opa en ik zou zeggen tot Bellens op 22 april liefs van oma Vavdongen
  3. Oma bots.:
    6 april 2016
    Beste Madelief,

    Mama is nu hier en ik heb je reisverhalen met veel plezier gelezen.
    Het is geweldig dat je zo jong al zo ver reist en zoveel van de wereld kunt zien. Heel veel groeten van oma Bots ( en mama)