Uruguay

25 februari 2016 - Montevideo, Uruguay

Uruguay wordt ook wel het Zwitserland van Zuid-Amerika genoemd. Het is een veilig, klein en duur land. Klinkt saai, is het niet. De meeste mensen slaan het over, maar ik had na twee weken in de hete, grote stad héél veel behoefte aan rust en strand en dus besloot ik de boot te nemen vanaf Buenos Aires die me in twee uur naar Uruguay bracht. 

Na een aantal geweldige laatste dagen in BA, waarin ik onder andere een tangoles volgde, werd uitgenodigd in het buitenhuis van de familie Nigro voor een poolparty en de buitenwijk Mataderos bezocht voor een echte Argentijnse markt, wilde ik bijna niet meer weg. Ik nam afscheid van al mijn nieuwe vriendjes en stapte met twee jongens die ik had leren kennen in mijn hostel op de ferry. We kwamen aan in Colonia del Sacramento en na een paar uur rondgedwaald te hebben over de kinderkopjes in de kleine steegjes, namen we de bus naar de hoofdstad van het land: Montevideo. 

Porteños vinden Montevideo saai, een slap aftreksel van de Argentijnse hoofdstad en lelijk. In dat laatste kan ik me nog wel vinden, maar verder genoot ik volop van de stad, en dan met name van de relaxte sfeer. Dat sfeertje mensen, tranquilo op het hoogste niveau. Wat jullie wellicht weten van het land is dat het heel vooruitstrevend is en dat marihuana (naast het homohuwelijk en abortus) gewoon hartstikke legaal is. Tel daarbij op dat iedereen de godganse dag aan een kop mate lurkt en dat Montevideo het langste carnaval ter wereld kent en je snapt dat ik me hier al snel een beetje thuis voelde ;) 
Over die mate: in Argentinië zag je het zo hier en daar, maar hier loopt echt íedereen met een cuia (speciale kop) en een thermosfles onder de arm. Mate is een drank waarbij je de blaadjes van de mateplant mengt met warm water. Omdat je het niet in een restaurant of café kunt bestellen, is de beste manier om het te proeven iemand op straat aanspreken met de vraag of je een beetje mag proberen. Heb ik ook gedaan, vinden ze hartstikke leuk en voor je het weet krijg je een uitgebreide mate les van een wildvreemde op straat.
Dan, carnaval. Tja, dat heeft natuurlijk wel een speciaal plekje in mijn Maastrichtse hart en gelukkig bevind ik me in het katholieke Latijns Amerika waar de mensen ook dol zijn op dit feest. Carnaval in  Montevideo is het langste ter wereld en duurt de hele maand februari lang. Betekent overigens niet dat iedereen een maand lang katje lam op straat ligt, het gaat om een show carnaval. Dit houdt in dat er iedere avond murgas plaatsvinden. Dit zijn optredens waarbij een groep artiesten uit een bepaalde buurt in Montevideo een mix van zang, theater en comedy ten gehore brengt. Alle groepen treden op en uiteindelijk wint de beste. Ik bezocht zo'n show op een willekeurige woensdagavond samen met honderden andere Uruguayanen die vol enthousiasme meeklapten, zongen en dansten, wat echt een superleuke ervaring was. 

Na een paar dagen Montevideo nam ik de bus naar Punta del Diablo, een surfersdorpje tegen de Braziliaanse grens. En dat was zó leuk!!! Ik belandde in het meest gezellige hostel ooit, met een geweldige staf en gasten. Ook had ik hier mijn eerste surflessen. Nu weet iedereen die mij een beetje kent dat ik lichtelijk motorisch gestoord ben, maar wonder boven wonder ging het surfen nog redelijk oké (ik kon staan!) en mijn blonde, Braziliaanse surfgod leraar beaamde dat door om de twee seconden 'very good' te zeggen. Dat dit waarschijnlijk de enige twee Engelse woorden zijn die hij kent vergeten we maar even. Ook bezocht ik het prachtige Santa Teresa National Park per paard (ja, ik verbaas me ook over mezelf). Maar, over het strand en onder de palmbomen tijdens de zonsondergang: het was het zeker waard. 

Goed, na een aantal geweldige dagen in Diablo vertrok ik met een aantal mensen naar Cabo Polonio. Cabo is een klein surfersdorpje, gebouwd op de duinen aan het strand. Het dorp heeft 50 permanente inwoners, geen elektriciteit en er is geen weg die naar het dorp toe leidt. Je wordt door de buschauffeur afgezet bij een stationnetje in the middle of nowhere, vanwaar je bovenop een truck moet springen die je voor een paar pesos naar Cabo brengt. Door de duinen en langs het strand stuiter je zo'n 20 minuten op en neer voordat je de grote vuurtoren ziet. Cabo heeft dus geen elektriciteit of stromend water, maar het wordt steeds meer bezocht door toeristen, waardoor er veel hostels zijn die door middel van grote tanks op het dak tóch stromend water en douches hebben. 
Wat het dorp niet heeft is een pinautomaat. Nu wist ik dit en had ik genoeg geld meegenomen, maar mijn reisgenootjes hadden letterlijk niks. Een hostel konden we dus niet betalen en zo belandden we op een plek die we 'the wicked house' noemden. De eigenaar, Cuchu, was een, laat ik het netjes houden, aparte man. Hij woonde al meer dan 20 jaar in Cabo, vanuit de wc keek je zo neer op zijn wietplantage en een douche was nergens te bekennen. Water moest je met een emmer en touw uit een put halen en we deelden onze kamer met een hond en twee kikkers. Dit klinkt allemaal heel negatief, maar de twee dagen in Cabo waren ontzettend leuk. Het heeft wel wat om, voordat je pasta kunt koken, eerst tien minuten lang een emmer met water moet proberen te vullen en die uit een put te trekken en aan die kikkers die tussen mijn bagage sprongen wende ik ook snel. 
Het hele dorp is een grote hippie bedoeling en tijdens onze eerste avond was het volle maan. Zo belandden we in een soort meditatiegebeuren op het strand en mengden ons in een stoet die al trommelend en dansend door de duinen paradeerde. Er is 's avonds amper licht wat zorgt voor een magische sterrenhemel. In Cabo leeft een van de grooste zeeleeuwkoloniën ter wereld en dus zagen we overdag tientallen van deze dikke schreeuwlelijkerds. Daarnaast ontmoette we een Uruguayaanse man wiens surfboard we mochten lenen en die ons later meenam om mosselen te verzamelen. 's Avonds aten we onze eigen 'geplukte' mosselen en maakten we koekjes van zeewier, een specialiteit in Uruguay 
De dag dat we Cabo verlieten, stonden we vroeg op om de zonsondergang te bekijken vanaf de rotsen. Dit alleen was al belachelijk mooi en toen er ineens een hele school dolfijnen door het water sprong was het plaatje helemaal perfect. 

Na de zonsondergang nam ik samen met een ander meisje de truck terug naar het 'station'. We hadden nog net genoeg geld voor water, maar daar hield het dan ook op en de pinautomaat op het stationnetje werkte niet. Dit resulteerde in één oplossing: liften. Door middel van 7 verschillende auto's/vrachtwagens arriveerden we na 6 a 7 uur reizen in Montevideo. We zaten in de pick-up van een soort cowboy, met een oud opaatje in een uit elkaar vallend wagentje en ontmoetten twee Argentijnse muzikanten waarmee we een tijdje samen reisden. Genoeg avontuur dus :) 

Ik schrijf dit verhaal in de bus terug naar Colonia, waar ik de boot naar BA zal nemen en mijn reis richting Noord-Argentinië zal voortzetten. Uruguay was nog veel avontuurlijker en leuker dan ik had kunnen bedenken! Je merkt goed dat de Uruguayanen nog niet erg gewend zijn aan toeristen die niet uit Argentinië en Brazilië komen en dat zorgt ervoor dat ze ontzettend geïnteresseerd zijn en gesprekjes met je aanknopen. Voor nu, terug naar Argentina! 

Heel veel liefs! 

Foto’s

3 Reacties

  1. Mirjam:
    26 februari 2016
    jeetje Madelief, wat een avonturen. En hoe leuk geschreven ook! Floortje Dessing: eat your heart out!
    Geniet er verder van en houd ons op de hoogte met die leuke verslagen en mooie foto's.
    groetjes Mirjam
  2. Opa en oma:
    26 februari 2016
    Wat een verhalen allemaal,wij kunnen het bijna niet op een rijtje gezet,maar dat je al veel gezien hebt en mee gemaakt dat is zeker Madelief geniet verder van al het mooie dat je ziet en meemaakt,maar blijf goed op jezelf passen groetjes Oma Opa
  3. Luc:
    27 februari 2016
    Wat een mooi verhaal wederom zeg en wat een leuke foto's
    Groet
    Luc Carolien Sylvana